November 11, 2007

Over feesten en een stad aan de voet van een vulkaan

Weekend drie in het zuidelijk halfrond

Na andermaal een intense week vol spaanse les en leuke avondjes uit was het hoog tijd om de stad eens echt te ontvluchten. Onze uitstap van het vorige weekend naar de Pichincha was goed geweest, maar zowel bij Will en mij als bij onze medestudenten begon het te kriebelen om wat meer van Ecuador te ontdekken.

De afspraak was vrijdagavond om 17.00; bestemming: Baños ... Als bij toeval kwamen we met z’n allen op dezelfde Trole (één van de drie milieuvriendelijke buslijnen in Quito, rijdt op electriciteit) terecht. Richard, Johnpaul (Ier) Hannes en Marion (nog een Oostenrijkse, Ecuador zit er vol mee!) van de Tutamanda hostal en Will en ik vanop Amazonas. Jen was ondertussen naar de Oriente vetrokken om te gaan werken, maar we hadden haar gemaild en met wat chance zouden we haar ook in Baños zien.

De busrit viel zeer goed mee, enkel Johnpaul leek zich niet helemaal op zijn gemak te voelen. Ecuadoraanse chauffeurs hebben namelijk de neiging om – zoals in veel Arabische landen – te pas en te onpas alle andere voertuigen voorbij te steken, en dit liefst op een bergop! Ondanks het relatief slechte weer was het ons toch gegund om onderweg een blik te werpen op de Cotopaxi. De meest beklommen berg van Ecuador, met besneeuwde top, met perfect conische vorm, ... gigantisch, imposant, een monster!! De top van de Cotopaxi is de plek die het verst verwijderd is van het middelpunt van de aarde en staat derhalve op het verlanglijstje van heel veel bergbeklimmers.

Ons hostal in Baños was ook de moeite. Gerund door een Engelsman getrouwd met een Ecuadoraanse, met een mooi binnenpleintje, papegaaien (waaronder één gemene), hangmatten, lekker ruikende bloemen en een schildpad. Gelukkig hadden we op voorhand kamers gereserveerd, want 1-4 november is een verlengd weekend in Ecuador en iedereen was op vakantie – ofwel aan de kust ofwel in Baños!

Het was me de week wel! Op 31 oktober wordt hier de “dia de las brujas” oftewel Halloween gevierd. Ondanks het verbod van de president om dit heidense ritueel te vieren (31 oktober is namelijk de “dag van de vlag” – of zoiets) liepen de straten vol met afschrikwekkende figuren. Als kers op de taart hing er ook een fantastische dikke mist in het stad! Met ons ondertussen vertrouwde kliekje zijn we nog eens de mohitos gaan uittesten in een bar waar interessante muziek gespeeld werd – door reizigers meegebrachte obscure europese jaren ’80 nummers.

1 en 2 november zijn hier net zoals in Europa “dia de todos los santos” en “dia de los diffuntos”. Vooral Allerzielen is hier zeer belangrijk! Traditioneel wordt er colada morada klaargemaakt (een drankje op basis van een soort zetmeel gemengd met piña, mora, frutilla, ... en heel veel kruiden zoals kaneel en kruidnagel, hmmm) en de guagua’s de pan (zeg: ; zoete broodjes in de vorm van een kindje – het woord “guagua” is een Quichua woord voor “kind” en is hier helemaal in het spaans opgenomen). Deze worden dan meegenomen naar het kerkhof, samen met het favorite eten van de – recentelijk – overledenen en daar gemeenschappelijk opgegeten.

Doch dit geheel terzijde ...

Vrijdagavond, aangekomen in Baños, zijn we dus lekker gaan eten in Casa Hood. Kennis gemaakt met twee Duitse meisjes en nog een schot die vrijwilligerswerk doen in een klein dorpje in de buurt van Otavalo en daarna op zwier gegaan ... Ttz: Hannes en ik zijn gaan wandelen wegens een dringende nood aan rust en natuur en de anderen zijn op zwier gegaan!

Rond een uur of twee ’s nachts waren Hannes en ik aangekomen op het hotel, maar er was nog geen spoor van de anderen ... De bliksem die al uren aan het dreigen en die de veelbelovende contouren van de bergen rondom Baños oplichtte, kwam dichter en dichter bij. Hannes en ik gingen een kijkje nemen vanop het dak van het hotel en toen zagen we in de verte een grote waterval van minstens 60 m hoog. We besloten een kijkje te gaan nemen. Groot was onze verbazing toen we aankwamen aan de waterval en onze vrienden daar toch in een ietwat compromitterende situatie aantroffen: kletsnat en in hun ondergoed (sommigen zelfs in het wit)! De alcohol en het dansen had de temperatuur doen stijgen en ze hadden allen nood aan afkoeling onder de koude waterval. Hannes had gelukkig zijn camera mee ;-)

Na zo’n koude douche moest er weer gedansd worden! Een aantal Ecuadoranen waren wat verder in een auto salsa muziek aan het spelen en aan het dansen en onze bende ging vrolijk (in nat ondergoed!) meedoen. Nadien slaagden we er in om de wachter van het warmwaterbad naast de waterval over te halen om ons binnen te laten (om 3 uur ’s nachts!). Heerlijk warm water, opgewarmd door de Tungurahua vulkaan!

De volgende ochtend – afspraak om 9 – zijn we gaan wandelen. De bedoeling was op tot aan de top van de berg te wandelen, de Cruz Roja, maar een zijpad lonkte en een wandeling tot aan een bellavista boven de stad gunde ons eveneens een blik op de Tungurahua vulkaan. Onze nieuwsgierigheid was gewekt en we besloten verder te wandelen. Gerommel in de verte wekte de indruk dat er ergens dichtbij een vliegtuig aan het landen was, maar we moesten constateren dat het hier om gerommel van de vulkaan ging. Zeer imponerend! De rookwolken die boven uit de krater kwamen deden er ook geen twijfel over bestaat dat dit beest uiterst actief is.

Na uiteindelijk toch bij de Cruz Roja gepasseerd te zijn en een vergeefse zoektocht naar watervallen om in af te koelen, slaagden we erin om een lift te krijgen in de achterbak van een camionette. Dat was onze leukste taxirit in Ecuador totnogtoe, in het gezelschap van een zeer grappig en vriendelijk indigenes koppel en van een trotse jongen die die dag een aantal smakelijk uitziende forellen had gevangen.

Die avond moesten we afscheid nemen van Johnpaul die de dag erop naar de Galapagos zou vertrekken om daar engelse les te geven, maar tot grote vreugde van iedereen – en Chris in het bijzonder – was Jen aangekomen in Baños!

Zondag was onze canyontocht. Met een aantal lokale gidsen die nog in Frankrijk speleo en canyoning gedaan hadden en waarvan er één mij griezelig veel aan Rudi deed denken. Het was duidelijk dat we in goede handen waren. De tocht erheen was zeer plezant; mooie landschappen om te bewonderen op de tonen van Manu Chau. En – volgens goede Spekultraditie – werden we na onze ‘inspanningen’ beloond met een lekkere maaltijd. Iemand heeft het lumineuze idee gehad om aan de monding van de canyon een ‘visboerderij’ (fish farm) op te starten met daarnaast een klein restaurantje alwaar je geBBQde vis kon krijgen ... hmmm

Het enige minpunt aan het weekend was de regen die begon na onze terugkomst van het canyonen. Doordat de steile hellingen van de Andes overal ontbost zijn, wil er bij regenweer wel eens een aardverschuiving plaatsvinden. En dat is wat ook nu gebeurde. Wegens problemen in de pas naar Baños toe waren de bussen drie uur te laat. Maar ondanks nog een uur file in de bergop naar de pas toe slaagden we erin om toch maar twee uur later dan gepland in Quito aan te komen. Leve de Ecuadoraanse busschauffeurs?!

No comments:

Post a Comment